ReizenVluchtelingen en migratie

Een onvoorstelbare schuld

Geschreven door:

Leestijd: 3 minuten

Daar sta ik. Zojuist hebben we een van de Griekse hulpverleners op Lesbos geïnterviewd. We zaten – met toestemming van de eigenaar – op het terras van een winkel. Op een steenworp afstand is een shelter waar elke nacht talloze vluchtelingen verblijven. Ze slapen op oude matrassen, tapijten en karton. Het gaat niet goed met de zaak waar we zitten, vertelde de hulpverlener. En toch legt de man het centrum geen strobreed in de weg. Hij helpt op de achtergrond met allerlei voorzieningen (waarschijnlijk zonder dat iemand het weet), houdt een oogje in het zeil en wij mogen ons interview doen op zijn terras. En nu sta ik dus binnen, in de deuropening van zijn kantoor.

Terwijl de anderen al wegliepen, heb ik het terras weer een beetje gefatsoeneerd. Daarna voelde ik de behoefte om de man te bedanken en ben ik naar binnen gelopen. Ik schud hem de hand en complimenteer hem met zijn zaak (ik blijf tenslotte een ondernemerszoon). Hoewel de man nauwelijks engels spreekt heeft hij er blijkbaar behoefte aan zijn verhaal te vertellen.

Hij zit administratie te doen. De winkel is open, maar leeg. Je hoeft niet veel moeite te doen om te begrijpen dat het slecht gaat. Ik ben uit op een koetjes en kalfjesgesprek. Maar het loopt weer eens anders. De man laat me ongevraagd een serie enveloppen zien. Er zitten aanmaningen en betalingsherinneringen bij. Ik schrik van de hoeveelheid en de bedragen. Hoe gaat deze man dit ooit terugbetalen? Hij is in mijn ogen het point of no return allang gepasseerd. Doorgaan met zijn zaak kost hem veel geld, maar mocht het ooit economisch weer wat beter gaan, dan levert het bij verkoop misschien nog wat centen op – als hij geluk heeft. Het betekent wel dat hij voorlopig nog aanmaningen moet verzamelen. Stoppen betekent dat hij en zijn familie acuut aan de bedelstaf zullen raken, maar het verder opbouwen van schulden eindigt dan wel.

Stoppen of doorgaan, het lijkt me een duivelse keus. En nu ik erover nadenk: misschien is die keus wel net zo duivels als de keus die het Griekse volk moest maken tussen OXI en NAI. De goede keus zit er simpelweg niet tussen.

Nadat hij de enveloppen heeft laten zien, krabbelt hij twee cijfers op een papiertje, een 1 en een 8. Het blijkt de leeftijd van zijn zoon te zijn. Hij doet een technische studie en zal zijn heil waarschijnlijk in de VS zoeken. Zijn dochter is inmiddels afgestudeerd, maar ‘no job’.

Ik vind het bijzonder dat de man ondanks al zijn noodlot nog zoveel oog heeft voor de vluchtelingen. Veel Grieken hebben daar simpelweg geen tijd en energie meer voor. Ik bedank hem nogmaals hartelijk en ga met een brok in mijn keel naar buiten.

Ditmaal was het geen vluchteling door wie ik aan het denken werd gezet, maar gewoon, zomaar een Griek, in zomaar een dorpje, zoals er zovele zijn: het bakkersvrouwtje met de kassa die zo leeg was dat er zelfs geen wisselgeld meer in zat; de kruidenier die opgelucht begon te lachen toen ik met contanten betaalde in plaats van met creditcard; de restauranthouder die zich uitputte in positieve verhalen maar wiens terras ondanks het hoogseizoen nog niet voor 70% gevuld was.

Op economisch vlak is me deze dagen een ding duidelijk geworden: het gaat zo slecht met Griekenland en haar inwoners dat een paar jaar schuldsanering geen oplossing zal bieden. Natuurlijk hebben ze onvoorzichtig geleend, maar wij hebben ook onverantwoord uitgeleend (en dat terwijl we wisten dat een land niet echt failliet kan gaan). Ook dat schept verantwoordelijkheden, de Nederlandse wet kent er zelfs een woord voor: zorgplicht. Inmiddels is in elk geval het point of no return wel gepasseerd en bestaat dé oplossing niet meer. Misschien heeft Griekenland met haar keuze voor OXI niet eens zo’n gekke keus gemaakt. Het is in elk geval een keus voor verandering en voor het terugkrijgen van een klein beetje controle.

En gek genoeg is dat precies waar ook veel vluchtelingen naar op zoek zijn: de oorlog heeft hen alle controle ontnomen. Met hun noodsprong nemen ze het heft weer in eigen hand. Misschien dat de winkelier zijn tijdelijke overburen daarom wel zo’n warm hart toedraagt, omdat zij geen genoegen nemen met uitzichtloosheid maar ondanks alle onzekerheid een uitweg zoeken.