Om en nabij carnaval waren ze vertrokken: de twee Koerdische mannen die bij ons komen zitten. We praten met handen en voeten. Zij spreken vijf talen en wij drie, maar geen van die acht komt overeen. Na hun vertrek uit Syrisch Koerdistan zijn er 40 dagen verstreken en nu is het Pasen. In het kamp gonst het al dagen van de geruchten over een uittocht uit het kamp. Welke kant op is onzeker, maar na 40 dagen zou het toch wel eens tijd worden, dat ben ik met de mannen eens.
Elke dag staan er bussen bij het kamp. Ze nemen mensen mee die het hier wel gezien hebben, die hier geen uittocht over de Macedonische grens meer verwachten. Hun uittocht is een halve terugtocht: naar Griekse kampen, omgeven door prikkeldraad, waar het leger de baas is en waar NGO’s niet welkom zijn. Het klinkt als een gevangenis, maar volgens de Grieken die we spreken is het er helemaal niet zo slecht als ze verwachtten. Zij waren bang toen ze hoorden dat het leger zich ermee zou gaan bemoeien, maar die vrees lijkt ongegrond – hoewel goed ook wel weer iets anders is.
Anderen trekken verder langs de grens. Zij vallen minder op dan de mensen die met bussen vertrekken. Deze mensen hopen op een uittocht langs een andere weg. Albanië zou mogelijkheden bieden. De grens is er grillig en nauwelijks te bewaken. Daarvandaan gaat het dan verder: met smokkelaars over zee richting Italië of over land naar andere plekken in Europa. De routes worden uitgestippeld op onafhankelijke websites en zelfs de NOS pikt dit nieuws op.
Maar velen blijven: veel Koerden, bang voor Al Quaida; veel Jezidi, bang voor IS/Daesh; veel mensen – naar eigen zeggen uit Syrië – überhaupt bang voor oorlog of deze nou veroorzaakt wordt door Al Quaida, IS, Al Nusra of Assad. En ook zij hopen op een uittocht.
Deze paasochtend zou het moeten gebeuren – om negen uur of om tien uur, via de gewone grensovergang: vrouwen en kinderen eerst omdat de politie daar vast geen traangas op durft af te vuren. Moeders komen met vragen op ons af: is het waar? Is het echt veilig, zoals gezegd wordt? Wat moeten we doen? Vrijwilligers lopen bezorgd rond: zij waren er een dag of tien geleden bij, bij de rivier. Ze hebben met hun voeten in het water gestaan om te voorkomen dat kinderen zouden verdrinken. Ze hebben gezien hoe mensen terugkwamen: koud, nat, sommigen geslagen of met botbreuken. Ze waarschuwen: het is gevaarlijk en onverstandig, je moet het zelf beslissen, maar wij raden het je af, zeker als je kinderen hebt.
Vandaag is het Pasen, het feest van uittocht en bevrijding. Het lijkt onwaarschijnlijk dat die uittocht hier in Idomeni gaat plaatsvinden. Daar is het nog te rustig voor. Mensen staan kalm op, vaders halen water, kinderen lopen rustig het veld in om te plassen. Er vliegen nog geen helicopters en zelfs de luidsprekerstem en de voortdurende protest-chant zijn verstomd. Het kan een stilte voor de storm zijn, of gewoon de dagelijkse rust.
Hoe het ook zij: ook vandaag, op deze eerste paasdag, vinden overal uittochten plaats, uit de oorlog, de angst en de verdrukking. Het wordt niet meteen goed daarna, zoveel is wel duidelijk. Toch wordt het ook niet slechter, want hier zijn in elk geval geen bombardementen. Maar lang duurt het wel: 40 dagen of meer.
De twee Koerdische mannen willen na al die tijd wel eens naar hun familie in Duitsland, naar hun vrouwen en hun baby. Ze hebben geduld, maar het duurt ook hen wanhopig makend lang.